–
HALLE/LICHTENVOORDE – Dani van Lier (11 jaar) is begaan met duiven en de duivensport. Duiventoppers die al meer dan dertig jaar meedoen streeft hij voorbij met zijn eigen gekweekte raceduiven. Hij roept alle kinderen op duiven te houden en mee te doen aan duivensport. “Dan krijg ik meer uitdaging om tegen andere kinderen te vliegen.”
Met vier van de twaalf ingebrachte duiven scoorde Dani in de afgelopen week met vier duiven een top 10-notering met een eerste plaats als allerhoogste van de Achterhoekse afdeling (Afdeling 9 Oost-Achterhoek) van duivenmelkers. Dani deed voor de derde keer mee aan een duivenwedstrijd. “De eerste keer werd ik 7e en daarna ging het elke keer een stuk beter”, vertelt hij met een trotse lach. De duiven moesten deze keer van een stuk verder terugvliegen. Ze werden bij Brussel in België losgelaten.
Samen met zijn vader Rutger heeft de familie meer dan 200 duiven. De duiven en de sport weer een keer kunnen oppakken, gaven een aantal jaren geleden de doorslag om van het Westen naar Halle in de Achterhoek te verhuizen. Volgens een van de grootste duivenmelkers van Nederland, Hans Eijerkamp (van het bekende meubelwarenhuis) ligt in het ‘ruim’ boven Halle een vlieglijn voor postduiven waar ze doorvliegen op de weg terug naar hun eigen tilt. “Hans Eijerkamp heeft ons geholpen met een goede bloedlijn. En mijn vader houdt van duiven met een rode kleur. Die kweken we er nu doorheen”, legt Dani met een bevlogen blik uit. Maar dat is niet het belangrijkste volgens Dani. Maar hoe word je een goede duivenmelker?
Dani legt het met enthousiasme uit. “Het zou gaaf zijn dat meer kinderen van de duiven en de duivensport gaan houden. Dan heb ik meer uitdaging”, begint hij te vertellen. “Bij de afdeling willen de oudere mannen je graag helpen en je kan zelfs gratis duiven krijgen, als je echt met de sport wil beginnen. Wat je nodig hebt is een ‘hokkie’ en die kun je gemakkelijk met de hulp van de mensen op de club maken en is een hok snel geplaatst. Als je dit hebt kun je beginnen met je duif te trainen.”
Racepeloton duiven
Als de duiven drie weken oud zijn begint Dani met trainen. “Elke avond ga ik naar het duivenhok en wanneer ik ze voer, aai ik ze bij de voederschaal. Dit is het begin van het tam maken en dat de duiven aan je wennen. Je kan ze telkens gemakkelijker pakken, maar je moet ze ook weer niet te tam maken. Ze moeten ook contact houden met de natuur zodat ze weer terugvliegen naar het duivenhok als je ze ergens in Europa loslaat. Weet je hoe snel duiven vliegen? 100 kilometer per uur. Zo snel kunnen wij van Brussel naar huis niet rijden! Het is een racepeloton dat wordt losgelaten.”
Duiven zijn slimme vogels, zegt Dani en visueel gaan ze herkenbare plekken onthouden. En dat is een lijn die over de Achterhoek en boven Halle gaat. Vluchtlijnen hebben ook te maken met magnetische velden. “Voor het bedrijven van de sport hebben duiven een motivatie nodig om naar huis te vliegen. Als je goed voor ze zorgt is dat een motivatie. Je begint ze eerst los te laten dichtbij huis. Dat was het voetbalveld, later in Varsseveld en toen Emmerik in Duitsland. En zo ga je telkens een stukje verder.”
Dani heeft één goede sportduif in de opleiding verloren, vertelt hij. “Dat vind ik erg, want je traint ze en houdt van ze. Ik denk dat deze gepakt is door een roofvogel. Dat gebeurt onderweg. Een andere duif is gewond teruggekomen en mist een paar pennen in de vleugel. Die duif heeft mijn vader uit de wedstrijd gehaald.”
Geschreven door Eveline Zuurbier op 2023-08-17 07:59:12
Mail ons!
Heb jij een tip of opmerking? Mail naar de redactie: redactie@1achterhoek.nl.