BARLO – Het is weer voorbij, die mooie zomer. Het is een gedachte die eenieder zou kunnen invallen die een blik naar buiten werpt. Na een kletsnatte winter lijkt ook de maand juni vooral regenachtig te worden. Vervelend voor liefhebbers van mooi weer, maar ook op het land hebben ze last van de regen. Het vele water zorgt voor de nodige problemen voor zowel loonwerkers als groenteverwerkers. “Je doet in zes dagen wat je normaal in twee weken doet.”
Loonwerkers werken met grote landbouwmachines op het land om bijvoorbeeld maïs te kneuzen, te hooien en aardappels te rooien. Zij ondervinden de problemen met het water aan den lijve. Nils van Oostrum van de Coöperatieve Werktuigen Vereniging Barlo legt daar meer over uit.
“In een korte periode van mooi weer moet alles gebeuren”, legt hij uit. “Het gras moet in een paar dagen weg en dan moet de maïs de grond in. De aardappels moeten gepoot worden. Dus het is nu hectisch. Het werk dat je normaal in twee weken doet, moet nu in zes dagen. We vragen veel van het personeel. De jongens moeten lange dagen maken.”
'Minder voedingswaarde'
Niet alleen moet alles meer en sneller gebeuren; ook de kwaliteit van de producten verandert. “Het gras staat nu langer op het land en het wordt langer”, vertelt Van Oostrum. Het is zo nat, dat machines moeilijker op het land kunnen komen en bij te weinig zon droogt het gemaaide gras ook veel minder goed. “Het gras dat langer op het land staat, bevat minder eiwitten en voedingswaarde. Dat verteert de koe moeilijker en dan is het ook lastiger voor de koe om melk te maken.”
Maar ook de maïs wordt minder. “Je hebt minder groeidagen, dus de maïs rijpt misschien niet goed af waardoor je minder zetmeel krijgt. Dat geldt ook voor aardappels. Die worden ook van mindere kwaliteit bij minder groeidagen”, besluit Van Oostrum.
'Hollen of stilstaan'
In de fabriek blijven de gevolgen van het kletsnatte land eveneens niet onopgemerkt. De Baltussen Konservenfabriek in Driel verwerkt gewassen voor de supermarkt. Ruben Bringsken is de directeur van de fabriek. Hij legt uit wat ze in de fabriek merken van het nattigheid. “We houden er rekening mee dat het hollen of stilstaan wordt”, meldt hij.
“We wisten al dat het lastig zou worden, omdat we een nat voorjaar hadden. Het inzaaien was al vertraagd. Hier in deze conservenfabriek worden verse groenten, zoals bonen en maïs, vanaf het land in vier uur tijd tot conserven verwerkt. We richten de productie in op wat van het land komt. Als we volgens onze planning doperwten willen verwerken, moet de boer die wel van het land krijgen. Door natheid kan dat misgaan.”
Dat gebeurde al met bieten. “In november kregen we vorst. Als een rode biet bevroren is, kunnen wij ze niet meer verwerken. Dan worden ze helemaal zwart. Dus we zijn wel producten kwijtgeraakt in het najaar, omdat we ze niet op tijd hebben kunnen oogsten.”
De fabriek moet enerzijds blijven leveren, maar ook rekening houden met de harde natuur. Moeten we nou vrezen voor lege schappen? “Dat verwacht ik niet direct”, stelt Bringsken. “Het is ook afhankelijk van wat er gaat gebeuren met de verse groenten. De consument wil groenten hebben. Vers, of anders uit een potje, blikje of de diepvries. Daar zie je wel wat verschuiving in, want de mensen willen voeding.”
Geschreven door Vera Moison, Sonja Booms & Robin Hazeleger van mediapartner Omroep Gelderland op 2024-06-15T12:06:14+02:00
Mail ons!
Heb jij een tip of opmerking? Mail naar de redactie: redactie@1achterhoek.nl.